Volg en Like ons op 

De Patatjes zijn herrezen!     (foto: Bennie Rijman)

Voor het eerst sinds de Cuban Missile Crisis – ik bedoel de coronapandemie – stonden de Patatjes op een een podium. De keer ervoor was ergens in oktober 2019. Toen wist niemand nog ergens van en was corona alleen nog maar een soort bier.
Soms ziet men weleens koeien die na een lang winterverblijf in de stallen de wei weer in mogen. Ze worden springerig van enthousiasme. Welnu, zo was het ook met de anders zo stoere Patatten. Ze kwamen in vol ornaat stuiterend het podium op en ramden extra hard en extra vet hun set het publiek in.
Het publiek, dat uit bestond uit Beersenaren, een handjevol volk uit Turnhout en Patatje Metal-achterban bleef in het begin op gepaste en eerbiedige afstand staan. Maar naarmate de avond vorderde durfen ze de Patatjes toch van dichterbij te bekijken. Jonge dames interpreteerden de hitsige heupbewegingen van de Patatjes als aerobics of de nieuwste steetdance-move en deden deze stante pede na.
Nico Haat probeerde zoals vanouds een gat in zijn drumstel te slaan, Marco Borsatan probeerde eenieder angst aan te jagen door de liederen achterenvolgend brommend, gillend en zoetgevooisd zingend te verkondigen en de heren gitaristen betastten en beroerden hun instrument op een wijze die de zedenpolitie achter de oren zou doen krabben.
Later, toen iedereen verder in de olie was werd er ook nog de polonaise gedanst. Een volksdans die men meer met carnaval associeert dan met de helsgezanten van Patatje Metal. Maar dat mocht de pret geenszins drukken. Maar wel tot nog grotere hoogten stuwen.
Het was een show als van weleer, die werd voltrokken op het kerkplein. En niemand ontstak in groene vlammen in de aanschijn der kerk. Dus dat kwam goed uit.
Toen de avond voorbij was en de krachtige Patatje Metal-personae waren ingeruild voor die van kromstaande halflijken, werd iedereen ingeladen door Bennie Rijman en in het holst van de nacht naar huis vervoerd.
Later sleept Bennie dan de heren aan de voeten hun verblijfplaats in. Hij stopt ze dan nog liefhebbend onder een dekentje, of soms twee als de Patatjes zeggen van: Ik heb het nog een beetje koud, Bennie.
Als Bennie dan, als laatst overgeblevene, met de patatmobiel de mistige nacht inrijdt, is de avond echt voorbij.